uit het boek gelezen van het sprookjesboek van De Efteling "En ze leven nog lang en gelukkig"
Dit verhaal speelt zich af met de tweeling Kaatje en Tijn. Ze ontvangen via een uil berichten van de burggraaf van Capelle en gaan op onderzoek uit bij een ruïneus slot in het bos. Hun vader is een afstammeling van de tuinman van het slot (de tweeling bijgevolg ook)) en bezit een oud sprookjesboek van de burggraaf. Het blijkt dat, elke keer dat de Maas buiten zijn oevers treedt, zich daar nog steeds de gebeurtenissen afspelen zoals verteld en te zien in het Spookslot (waarmee het oorspronkelijke verhaal dus ook in stand blijft). In een laatste uilenbrief vinden ze een spreuk waarmee ze echter de verwensing kunnen verbreken, dit lukt en de burggraaf is eindelijk een vrij man. Hij kan zijn laatste sprookje schrijven. Zullen de tweeling de betovering verbreken?
26 окт 2021