Jij was jong en charmant,
Heel mijn hart stond in brand,
Voor jouw ogen zo zwart als de nacht.
Als je lachte vol vreugd,
Was je een toonbeeld van jeugd,
En je stem klonk zo lief en zo zacht.
Ons geluk vloog voorbij,
T' was voor jou en voor mij,
Een geluk dat slechts kort heeft bestaan.
Want jij ging van mij heen,
En je liet mij alleen
Waarom heb je dit alles gedaan?
Jij deed mij denken aan rozen,
Rozen met doornen zo fijn,
Bloemen die nimmer vervelen,
Daar ze jouw beeltenis zijn.
Want zo'n boeket wilde rozen.
Stemt me tevreden en blij,
Ik zie je beeld in die rozen,
Dat beeld mijn liefste ben jij.
Ik zie nog jouw gezicht,
Als een sprankelend licht,
De herinnering bleef slechts bestaan.
Want de tijd is voorbij,
Dat je eens tot me zei,
Als mijn vrouw door het leven te gaan,
Ik ben nu weer alleen,
Staar ik stil voor me heen,
Zie ik in mijn gedachten jouw beeld,
Zie ik jouw zwarte haar,
'K hoor je stem even maar,
'T is een stem die men nimmer vergeet...
Jij deed mij denken aan rozen,
Rozen met doornen zo fijn,
Bloemen die nimmer vervelen,
Daar ze jouw beeltenis zijn.
Want zo'n boeket wilde rozen.
Stemt me tevreden en blij
Ik zie je beeld in die rozen,
Dat beeld mijn liefste ben jij.
1 окт 2024