Zij zag mij en groette Ik lag met mijn buik tegen de aarde beestjes weg te jagen van de bloemen vlakbij mijn borst. Er had van alles kunnen gebeuren een vliegtuig kon landen een boom kon verjaren een groep bejaarden kon worden gelucht. Maar er kwam een oud vrouwtje op een ezel met een deken over haar benen over het bospad voorbij. Zij zag mij en groette. Zij zag mij en groette alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, alsof zij bloemen plukte alsof zij al eeuwen lang achter een boom had gewacht