De SHVP heeft als voornaamste doelstelling het behoud van een zeer bijzonder technisch historisch erfgoed in Nederland. Nederland en Duitsland kennen een rijke historie aan fabrieken/merken die in de periode van 1905 tot en met nu dieselmotoren voor zowel stationair als voor voorstuwingsdoeleinden hebben geproduceerd.
De SHVP is in 2012 opgericht. De collectie van motoren gaat echter verder terug tot in de jaren 80. Oprichter van de stichting en eigenaar van de collectie is Peter Reichwein. Zijn hobby is gestart met het verzamelen van een paar kleine stationaire motortjes in een schuur, tot de eerste grote machine zich aandiende en de ruimte te klein werd. Het overstappen naar een grote loods was noodzakelijk. In de jaren daarna is de collectie flink uitgebreid. Op dit moment bestaat collectie uit 28 werkende motoren of motoren in opbouw. Deze motoren worden door een kleine groep vrijwilligers - allen met passie voor techniek - in conditie gehouden.
Fijn dat vrijwilligers en grote bedrijven hier ook aan meewerken om de kosten laag te houden, zowel het vervoer als het hijswerk, de Deutz R.E.M.S 142 staat op zijn plek en Willem was erbij, wat moet die man dit geweldig hebben gevonden de motor die zijn vader nog heeft gekocht in 1948 uit een gezonken schip in Duitsland uit WW2 als herstelbetaling.
Mooi schoongemaakt en nagekeken , loopt als vanouds, maar waarom 250 toeren, op 90 toeren draait hij ook, het blijft een mooie motor en zeer zeldzaam deze Deutz R.E.M.S 142 de enigste die nog bestaat zover men weet... prachtige aanwinst voor het museum dankzij Willem ijsseldijk.
Het is toch iedere keer een orchestrale ervaring die stationaire motoren te horen en te zien lopen. Erg leuk om dHr. Ijsseldijk ‘zijn’ Deutz REMS 142 te zien bedienen die ooit het hart was van zijn Willem Marie.
Fijn dat vrijwilligers en grote bedrijven hier ook aan meewerken om de kosten laag te houden, zowel het vervoer als het hijswerk, de Deutz R.E.M.S 142 staat op zijn plek en Willem was erbij, wat moet die man dit geweldig hebben gevonden de motor die zijn vader nog heeft gekocht in 1948 uit een gezonken schip in Duitsland uit WW2 als herstelbetaling.
Lovely sounding engine, and so sophisticated for the time. The first diesel was only a few decades earlier. The big ocean going U-boats had much bigger diesels to drive the propellers and used these smaller diesels to drive generators to charge the batteries on the surface.
This is a remarkable collection of verious types of engines. Considering that all countries owe their new standard of living due to some engine working away remotely in some other part of the country then all modern countries would have an engineering museum depicting the ingenious machines they built. It all started with tools like hammer and chisels and plows which had to have a human handling them as they were not independent of humans but it was when an engine reciprocating on its own without human intervention did the world advance as it did. In 300 years the industrial revolution brought about improvements in other professions including the medical and transport and product production and even the household where most homes owe their luxuries in tangible engineering products and no hospital can be efficient without each corner having the engineering equipment which even helps doctors see when the eyes cannot see and the ear cannot hear. An engineering museum depicting the engine's history should include all types of power plants including steam, diesel , gasoline, jet engines, rockets but I guess if we allow rockets we would have to include small atomic reactors as a power plant. Rolls Royce are now working on producing a small atomic reactor where a portable electric power plant is now possible. Congratulations to all in that video showing the SHVP open day, the Music from engine and instruments is a delight to an engineer. Well done, Keep it active.
Dat is niet juist. De O.600 was er al eerder, de 680 is een doorontwikkeling van de 600. Gedurende de 50-er jaren tot pakweg 1967 is juist vrijwel uitsluitend de 600 gebruikt. De zogenaamde A-Roads bijvoorbeeld hadden in de meeste gevallen de 600. Nadien, na het uitfaseren van de O.350/O.400 welke in de Royal Tiger Cubs werden toegepast en een totaal ander ontwerp was, was de O.600 al erg snel aan de beurt. Verheul paste de O.680 in grote getale toe in de eerste gele bussen, de Leylands welke vanaf het begin in de gele kleur nieuw werden afgeleverd. Vooral NZH kreeg een grote serie van meer dan 60 wagens, zoals gezegd alle met de O.680. Maar niet lang daarna ging NZH over op DAF en tekende zich een onomkeerbaar einde voor Leyland zich af. Kortom, de meeste Leyland bussen in ons land hadden de O.600. Deze kon 130 pk leveren indien er een lijnpomp was gemonteerd en die waren vrij zeldzaam. De O.680 leverde 150 pk met rotatiepomp (CAV DPA zowel voor de 600 en de 680 maar anders gecalibreerd) en rond de 170 met een lijnpomp.
Dit is het type motor dat in vrijwel alle Leyland-Streekvervoerwagens als Leyland O680 geplaatst is. Ee variant hierop (de O600) werd veel minder gebruikt. Eén van de bedrijven die met Leyland-bussen met O600-motor reden was het Gemeentelijk Vervoer Bedrijf Groningen. Van deze bussen (18 in totaal, 17 voor Groningen en 1 voor Harmanni te Assen) zijn 2 exemplaren overgebleven. Eén staat in het Nationaal Bus Museum in Hoogezand en de aneder is eigendom van Busmuseum van IJsseldijk.
Hi John, You are right. As from 1.00 you will have a better view on the generator, but we will try to upload a better video soon. Thanks for your comments.