Bewegingen van het lichaam vinden altijd plaats rond een as die loodrecht staat op een vlak. Weet je hoe spieren ten opzichte van deze assen lopen, dan kun je gemakkelijk de functie bepalen. Deze video geeft daar inzicht in.
Wat een geweldige uitleg. Ik heb het altijd al een moeilijk onderwerp gevonden, maar zo nodig in mijn vak. Ik wil het zo graag duidelijk krijgen maar tot op heden lukte dat niet zo goed. Maar met deze uitleg.....Hartelijk dank voor het delen van deze informatie.
Dat is in eerste instantie ook zo! Lastige termen en dan moet je het ook nog eens denkbeeldig projecteren in het lichaam. Eigenlijk komt het erop neer dat een skeletspier altijd een beweging om een as maakt, die loodrecht op een vlak staat. Als je de Latijnse namen lastig vindt laat je ze gewoon weg. Dan wordt het bewegen om een lengte, diepte of breedte as. Pak een A-4-tje steek er in het midden een pen doorheen en je hebt je vlak waar de as loodrecht op staat. Door dit geheel te draaien creëer je 3 dimensies. Steek de assen denkbeeldig door het midden van een gewricht en bepaal vervolgens aan welke kant van de as de spier zich bevindt en je weet welke functie de spier kan uitvoeren. Als je dit begrijpt dan zijn de Latijnse benamingen (assen, vlakken en functies van spieren) alleen nog een kwestie van leren en vaker herhalen (Repeteren doet leren!) De vlakken heb je daarbij eigenlijk nog niet eens nodig, ze worden alleen als aanvulling in boeken genoemd.
Waarom beweegt de dumbbell row over het saggitale vlak en de bench press over het transversale vlak? Is toch allebei in dezelfde richting vanuit een anatomisch standpunt.
Kijk naar de stand van de gewrichten! Bij de dumbell row is de arm langs het lichaam en is de beweging in de schouder en de elleboog om de transversale as in het sagittale vlak. Bij de benchpress zijn de armen in de schouders abductiestand en is de beweging in de schouder horizontale adductie om de longitudinale as in het transversale vlak en in extensie in de elleboog eveneens om de longitudinale as in het transversale vlak.
Abductie is een beweging om de sagittale as in het frontale vlak. Vertaald zijwaarts heffen. Dat is niet naar voren/achteren, want dat is anteversie/retroversie. Deze bewegingen vinden plaats om de transversale as in het sagittale vlak. Kijk nog eens hoe de vlakken lopen!
Ik heb een afbeelding bijgevoegd, maar die wordt niet toegevoegd. Wanneer je in google of RU-vid mijn naam intikt, krijg je meteen informatie over de video's die op youtube staan. Ik hoor wel van je of dit is gelukt!
Dag Iris, Het is ook niet gemakkelijk. Het schoudergewricht is een kogelgewricht. Het kogelgewricht heeft 3 denkbeeldige bewegingsassen, die loodrecht op elkaar staan. Je kunt de arm om deze 3 assen bewegen. Neem je arm en hef deze voor (=anteversie) en achterwaarts (=retroversie). Deze bewegingen kun je maken om een denkbeeldige as (=breedte of transversale as) die van links naar rechts of rechts naar links door het schoudergewricht loopt. Deze as staat loodrecht op een vlak, dat het sagittale vlak heet (Dit vlak verdeelt het lichaam in een rechter of linker gedeelte. Je arm blijft dan in dit vlak bewegen. Dus een beweging om de transversale as loopt IN het sagittale vlak. Wanneer je de arm zijwaarts heft (abductie)en weer terug (adductie), dan beweeg je om een denkbeeldige as die van voor naar achteren door het gewricht loopt. Deze as (sagittale as) staat loodrecht op het frontale vlak (dit is het vlak dat het lichaam in een voor en achterste deel verdeelt). Dus ab-en adductie is een beweging om de sagittale as in het frontale vlak. Wanneer je de arm binnen-en buitenwaarts draait (roteert) dan draai je om een denkbeeldige as die van boven naar beneden loopt (=verticale of longitudinale as). Deze as staat loodrecht op het horizontale of transversale vlak. Dus Endo-en exorotatie is een beweging om de longitudinale as in het transversale vlak. Neem een A-4tje en steek in het midden van dit blaadje een pen of potlood. Het A-4tje stelt een vlak voor en de pen de as. Stel je nu voor, dat het gat in het papier je schoudergewricht is. Houd de pen eens horizontaal voor je. Je hebt nu de horizontale of transversale as voor je en het blaadje is het sagittale vlak. Vraag je nu af welke beweging je met je arm zou moeten maken als je om deze horizontale as moet draaien terwijl je arm steeds contact moet houden met het blaadje, kom je dan uit bij ante en retroversie? Om een rekstok kun je ook alleen maar voorover of achterover draaien. De rekstok is de horizontale of transversale as. Je kunt voor de 2 andere assen met de corresponderende vlakken de pen in de lengte en diepte richting plaatsen en hetzelfde doen.
