In deze video leer je de woorden DAN en TOEN en ook de structuur van de zin (zin = sentence). Go to www.cleardutch.nl for free materials for your Dutch studies.
The words dan and toen (then) are use to refer back to a previously mentioned time, so that you don't have to repeat the time, like in the example: Friday. Hope that helps. :)
Bedankt voor je vraag! We do not always use imperfectum with toen. Imperfectum: Toen ik klein was, zwom ik altijd in de rivier. When I was little, I always USED TO SWIM in the river. (habit in the past = imperfectum) Perfectum: Ik heb eerst gegeten en toen heb ik gezwommen. First I ate and then I went for a swim. (one time action = perfectum)
