Rond 1860 kent Den Haag een bloeiend kunstklimaat. Kunstenaars als Jozef Israëls, de gebroeders Maris, Jan Hendrik Weissenbruch en Hendrik Willem Mesdag vestigen zich in de hofstad en leggen de wereld om hen heen op vernieuwende wijze vast. Hun leermeesters van de romantiek idealiseerden landschappen, maar deze groep schilders gaat de buitenlucht in en kiest voor een realistische weergave. Ze zijn vooral meesters in de weergave van grootse luchten en de reflectie van licht op het water. De Haagse School is zeer succesvol: de kunststroming domineert de kunsthandel tot aan de Eerste Wereldoorlog, inspireert jongere schilders als Breitner en Van Gogh, en spreekt tot op de dag van vandaag tot de verbeelding. De tentoonstelling De Haagse School in een ander licht in Kunstmuseum Den Haag onderzoekt het succes en neemt bezoekers mee op reis naar een tijd van bomschuiten, vissers en de eerste spoorlijnen.
23 апр 2024