Hallo Wispeltube; rond 11:58 zegt u dat magnetische inductie (B) aangegeven wordt met een cirkel met een punt erin (uit het scherm). Dit klopt deels. Het is zo dat je alleen een cirkel eromheen mag zetten als het stroom (I) is. Dit geldt ook voor het kruisje dat dus het scherm in gaat. Het moeten dus gewoon puntjes en kruisjes zijn.
De stroom in het linkerdeel gaat van je af (het scherm of papier in) en het rechterdeel komt het naarje toe (het scherm uit of het papier uit). Dit is duidelijk te zien op 16:22 waar beide draden zijn getekend met de stroomrichting als een kruis (dus van je af) of als een punt (dus naar je toe). En dan met de rechterhandregel kom je toch echt uit op de situatie zoals getekend.
Als de paperclip exact in het midden zit zal er links en rechts even hard aan getrokken en zal de paperclip dus blijven hangen. Echter als het maar een fractie van een mm naar rechts zit dan zal rechts meer en links minder hard er aan trekken (immers rechts komt het dichter en links juist er verder vanaf) en gaat de paperclip naar rechts toe waardoor rechts juist nog harder er aan gaat trekken en links dus juist nog minder. Kortom de paperclip gaat uit het midden weg. Dit laatste zal eigenlijk altijd gebeuren want exact in het midden dat is nooit het geval, een zelfde geval is bijvoorbeeld dat je een potlood met een scherpe punt rechtop kunt laten staan. In theorie mogelijk maar in de praktijk zal deze altijd net iets scheef staan en dus omvallen. Net zoals bij je paperclip.
Aha, dus op het moment dat je die paperclip ongeveer in het midden zou leggen, zullen de atomen binnen die paperclip zich meteen recht gaan zetten en zal er een noord en zuidpool(afhankelijk van de richtingen en hoefijzer) vormen en zal als gevolg hiervan de paperclip naar een kant toe trekken?
Wat is het toch eigenlijk buitengewoon vreemd dat er vandaag de dag werkelijk overal nog steeds wordt geleerd dat een stroom van plus naar min loopt, alsof de lopende stroom door een draad uit positieve deeltjes bestaat. Want we weten toch inmiddels al lang al dat dit niet klopt en dat het andersom is. Elektronen zijn immers negatief geladen deeltjes die in een electrische stroom van de negatieve kant vandaan lopen, juist naar de positieve lading toe. Wanneer we het correct doen, geldt er ook geen rechterhandregel (waarbij we de duim in de min-richting houden), maar een linkerhandregel! De rechterhandregel gaat uit van positieve deeltjes. Dat zou in werkelijkheid gelden in een universum van antimaterie, met een stroom van positronen, waarbij de atoomkernen zelf negatief waren, maar het geldt niet voor de elektronen in het dagelijks leven. Helaas wordt dit ook in het vwo dus nog dagelijks fout uitgelegd.
Het gaat om de definitie van de elektrische stroom in het algemeen. Dus niet de elektrische stroom in een draad specifiek. Je hebt namelijk ook stromen van elektrisch geladen deeltjes (bijvoorbeeld positief geladen alfa-deeltjes of protonstraling) en denk ook aan de stroom die in vloeistoffen kunnen optreden waarbij ook zowel positieve als negatieve deeltjes deelnemen aan de stroom. Bij al deze stromen moet er een eenduidige definitie zijn, en de definitie voor de richting van de stroomsterkte is dat de richting is de de positieve ladingdragers zouden hebben. Let dus op het woord zouden, er wordt dus niet gesteld dat dit ook daadwerkelijk voorkomt. De uitleg van de stroomrichting van plus naar min klopt dus zeker wel, het lijkt me overigens sterk dat bij de uitleg ook geen aandacht wordt gegeven aan dat de elektronenstroom juist andersom is.
Ok, het punt van het hebben van een standaard definitie kan ik mij op zich heel goed in vinden, want dat is ook een goede wetenschappelijke manier van aanpakken, en dat er in de kosmos ook omgekeerde stromen bestaan die uit allerlei soorten deeltjes bestaan is mij bekend, zoals ook het bekende voorbeeld van de zonnedeeltjes die door het zonnestelsel heen waaien en aan beide kanten van de magnetosfeer van de Aarde passeren, positief aan de ene kant en negatief langs de andere kant. Maar naar mijn smaak is de mate waarin dit verschil in lesstof vermeld wordt in het algemeen juist nogal zwak. Er zou vermelding gemaakt kunnen worden beide regels, zowel de rechterhandregel als linkerhandregel. Zeker in het geval van voorbeelden van stroomdraden en spoelen, welke toch echt uit een geleider bestaan waar het de elektronen zijn die bewegen. En als je namelijk dus echt uit zou gaan van standaard definities, zijn stroomdraden immers dus eigenlijk ook geen goed voorbeeld. Hier wordt dan ineens gekozen voor de eenvoud van de uitleg. Dat beschouw ik toch als strijdig met elkaar.
Aanvullend wil ik trouwens zeggen dat dit absoluut niet persoonlijk is, maar mijn mening is uiteraard meer in het algemeen. Sterker nog, mijn grote waardering voor het op internet delen van al uw kennis en uitleg, want dat is alleen maar nuttig en leerzaam!
