Goede vraag! Bij een hogedrukgebied hoort 'mooi weer'. Doordat de lucht daalt, warmt deze geleidelijk op. Dat verschil hoeft maar een enkele of een paar graden Celsius te zijn. Daardoor kan de lucht meer waterdamp bevatten. Eventuele aanwezige wolken lossen dus op. Dat betekent dat we bij een hogedrukgebied vaak een blauwe lucht hebben. In de zomer is er veel instraling van de zon en bij een blauwe lucht kan het aardoppervlak dus goed warm worden. In de winter is er minder instraling van de zon (minder zonuren en de zon valt schuiner in). Door het gebrek aan wolken is er meer verlies van warmte dan dat er binnenkomt: het is dus kouder. Bij een lagedrukgebied stijgt juist lucht en vindt er dus condensatie en wolkvorming plaats. Deze wolken werken als een isolerend dekentje die in de winter de warmte vasthouden, maar in de zomer juist de extra toevoer van warmte (veel zonuren en minder schuine inval van de zon) blokkeren. De begrippen 'warmer' en 'kouder' moet je in de klimatologie altijd relatief zien: warmer dan zijn omgeving, of kouder dan zijn omgeving. Hopelijk is deze uitleg verhelderend.
1. De wind waait altijd van een hogedrukgebied (H) naar een lagedrukgebied (L) 2. De wind krijgt op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts 3. De wind krijgt op het zuidelijk halfrond een afwijking naar links (Ga er van uit dat je met de wind mee kijkt, de wind komt dus van achter je vandaan en gaat dan rechtsaf/linksaf, let hierbij dus goed op als je dit op een toets moet tekenen.)
Beste Gwyneth, Goede vraag. De wind die begint op het zuidelijk halfrond en zal zolang hij daar is afwijken naar links. Zodra de wind de evenaar passeert en op het noordelijk halfrond terecht komt verandert de afwijking. vanaf dat punt zal de afwijking naar rechts zijn. Als je dat zou tekenen zou de wind als het ware de vorm van de letter 'S' maken: eerst een bocht naar links, dan een bocht naar rechts. (Zie video op 5:48)
Hoe komt het dat het in een hogedrukgebied in de zomer warmer is en in de winter kouder, en in een lagedrukgebied het in de winter warmer is en in de zomer kouder? Dit staat in mijn cursus aardrijkskunde maar ik snap het niet helemaal.
Fenna Jonker Nee, de wind waait altijd van een hogedrukgebied (daar is namelijk een teveel aan lucht) naar een lagedrukgebied (daar is een tekort aan lucht). Met de seizoenen bewegen echter de hoge- en lagedrukgebieden mee met de zon (tussen de keerkringen). Hierdoor kan het soms lijken dat de pijltjes de andere kant op staan, maar in feite zijn de drukgebieden dus 'omgedraaid' en daarmee de windrichting dus ook.
Dit kan misschien een domme vraag zijn, maar ik snap niet waarom er op het noordelijke halfrond de pijl van rechts naar links gaat, terwijl het juist volgens de Wet van Buys Ballot naar rechts moet ? Op het zuidelijke halfrond gaat de pijl wel naar links.
Beste Jamielee, de moesson is eigenlijk niets anders dan een overheersende wind die elk halfjaar van richting verandert. Dus bijvoorbeeld het ene halfjaar waait de wind over algemeen van noord naar zuid, en het andere halfjaar precies andersom. De hoge- (H) en lagedrukgebieden (L) bepalen hoe de wind waait: van een H naar een L. Om de windrichting te bepalen moet je dus kijken naar wáár die H en die L zich bevinden. Nu liggen die drukgebieden niet het hele jaar op dezelfde plek. Als je in het fragment naar India kijkt zie je dat in de zomer de L ten noorden van India ligt, en de H op de Indische Oceaan. De wind zal dus van de oceaan het land op waaien (van het zuidwesten naar het noordoosten). In de winter ligt de L juist op de Indische Oceaan en de H ten noorden van India. Precies andersom dus! Dit betekent dat de wind ook omdraait. Dát is de moesson. Bekijk eventueel ook deze video voor meer uitleg over de moesson in India: ru-vid.com/video/%D0%B2%D0%B8%D0%B4%D0%B5%D0%BE-92eKaf1Y9Ng.html
Wij werken met De Geo, BuiteNLand en Humboldt. (Verschillende niveaus) Deze video houdt de inhoud algemeen en is dus niet per sé gekoppeld aan een spefiek lesboek.